Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de priester gaf aan de oversten van honderd de spiesen en de schilden, [22]die van den koning David geweest waren, die in het huis des HEEREN geweest waren. 22. Dat is, die David van zijn vijanden had genomen, en mogelijk den Heere in den tabernakel tot een gedachtenis geheiligd had; gelijk het zwaard van Goliath, 1 Sam.21:9, en de schilden der Syriers, 2 Sam.8:7, die daarna schijnen van Salomo in den tempel gebracht te zijn, 1 Kon.7:51.